Dit blog is een onderdeel van onze trends (2016/2019) in het sociaal domein reeks. In deze reeks gaan we in op de ontwikkelingen in het sociaal domein. Onze eerdere analyse van de verschillende zorgsectoren vertelde ons dat alle sectoren door de dalende tarieven onder druk staan. Maar ondertussen gaat er al jaren steeds meer geld van de gemeenten naar het sociaal domein. Dat betekent 1-op-1 omzet groei aan de aanbiederkant. Vragen die daarbij omhoog komen zijn: wie neemt het grootste deel van de groei voor zijn rekening? En zijn er groepen die financieel profiteren?
Om de verdeling van de omzetgroei in de WMO en de Jeugdwet in kaart te brengen hebben we de aanbieders onderverdeeld op basis van omvang (uitgedrukt in totale omzet) en naar rechtsvorm (bv of stichting). Afwijkende rechtsvormen zijn niet meegenomen in de analyse. De groei over de verschillende categorieën laat zien dat de grote aanbieders, met een totale omzet van meer dan €100 miljoen, flink inleveren qua WMO-omzet. De kleinere aanbieders groeien allemaal, met name die in het middensegment: aanbieders met een totale omzet van €2,5 miljoen tot €15 miljoen.
Ontwikkelingen sociaal domein: kleine partijen
Als we de jeugdzorg op dezelfde manier uitsplitsen, ontstaat er een vergelijkbaar beeld. De aanbieders met een totale omzet boven de €100 miljoen krimpen qua Jeugdwetomzet overigens niet. Ook in de Jeugwet wordt een gigantisch deel van de omzetgroei dus opgevangen door de kleinste aanbieders.
Volumegroei door BV's en kleine nieuwe instellingen
Binnen de kleinere segmenten gebeurt er iets bijzonders bij de aanbieders met een totale omzet tussen de €1 en €2,5 miljoen. In de WMO zijn het binnen dit segment uitsluitend bv’s die de groei pakken. De WMO-omzet bij stichtingen in dit omzetsegment krimpt zelfs. Binnen de Jeugdwet zien we een vergelijkbaar beeld: bij de bv’s komt er €22 miljoen meer binnen aan Jeugdwet-inkomsten in dit segment, tegenover slechts €4 miljoen meer bij de stichtingen.
Ook in de categorie ondernemingen met een totale omzet van €2,5 tot €15 miljoen komt de groei in het sociaal domein voor een bovengemiddeld groot deel op het conto van de bv’s. Dit geldt met name voor de Jeugdwet: meer dan 50%. Een groot deel van de kleinere aanbieders is nieuw opgericht. Dat is niet gek: een onderneming begint vaak klein. De combinatie van data wijst er dus op dat er sinds de decentralisatie van de zorg veel kleinere, vaak nieuwe instellingen met de bv-vorm actief zijn die een belangrijk deel van de (volume)groei in het sociaal domein voor hun rekening nemen.
Wil je verder lezen? Download dan vrijblijvend ons Trendrapport Sociaal Domein 2016-2019, waar we dieper ingaan op de ontwikkelingen in het sociaal domein.