Noot: deze analyse betreft alle gecertificeerde instellingen, behalve Jeugdbescherming Regio Amsterdam, omdat deze de jaarrekening van 2024 nog niet heeft gedeponeerd
De jeugdbescherming en -reclassering staat al geruime tijd onder druk. Organisaties kampen met financiële verliezen, personeelstekorten en problemen met de kwaliteit van zorg. Zo berichtte de NOS recent over tekortkomingen bij William Schrikker, de grootste jeugdbeschermer van Nederland. Door aanhoudende personeelstekorten kon deze organisatie onvoldoende zicht houden op de veiligheid van jongeren.
Om de sector toekomstbestendiger te maken, zijn in 2024 landelijke uniforme tarieven ingevoerd. Maar hebben deze tarieven het beoogde effect? En hoe staan de gecertificeerde instellingen er nu voor? A-INSIGHTS zocht het uit met de meest recente cijfers van 2024.
Korte terugblik: resultaatontwikkeling afgelopen jaren
In 2020 was de gemiddelde winstmarge van de gecertificeerde instellingen (GI’s) in Nederland 0,1%, en draaide 6 van de 16 instellingen verlies. In 2021 waren er incidentele bijdragen van gemeenten waardoor er tijdelijk gezonde financiële resultaten geboekt werden. Deze verbetering bleek echter van tijdelijke aard; de onderliggende structurele tekorten bleven bestaan. De meerderheid van de gecertificeerde instellingen (10 van de 16) draaide rode cijfers in 2022. In 2023 verbeterde de situatie iets, maar nog steeds 5 partijen met verliezen. Vanuit de sector klonk de roep voor een oplossing om de kwaliteit en continuïteit van deze essentiële zorg voor kwetsbare jongeren te waarborgen.
Ophoging tarieven zorgt niet voor duurzame winstgevendheid
Jeugdzorg Nederland heeft in het verleden herhaaldelijk gewaarschuwd dat de tarieven minstens 25% omhoog moeten om de GI’s financieel gezond te maken. In 2023 is door het Rijk erkend dat extra middelen nodig zijn en is er afgesproken om €60 miljoen per jaar extra vrij te maken voor een landelijk uniform tarief.
De cijfers laten zien dat de omzet voor alle gecertificeerde instellingen is gestegen. Sectorbreed is de totale omzet gestegen met ruim €48 miljoen (voor Amsterdam zijn de cijfers van 2023 meegenomen, aangezien de gegevens voor 2024 nog niet bekend zijn), wat neerkomt op een toename van +9,3% ten opzichte van 2023.
[Volgens onder meer Jeugdbescherming West Haaglanden is de omzetstijging (grotendeels) toe te schrijven aan de aangepaste tarieven. In hun toelichting geven zij aan: “De stijging in de baten Jeugdwet is vooral het gevolg van de aanpassing van de tarieven in 2024.”]
De financiële gegevens van 2024 laten zien dat het gemiddelde operationele resultaat positief is, maar met 0.6% gemiddeld nog ver beneden wenselijk niveau ligt. Voor duurzame bedrijfsvoering op de lange termijn hanteren wij een ondergrens van 3%. Daarbij heeft de helft van de GI’s nog altijd een negatief operationeel resultaat in 2024, ondanks de omzetstijging.

Het is inmiddels geen verrassing meer, maar de belangrijkste verklarende factor hiervoor ligt in de toename van de personeelskosten. GI’s kampen al jaren met hoog ziekteverzuim, personeelstekorten en snelle uitstroom van ervaren medewerkers. Ook mede hierdoor kan kwaliteit van de zorg niet worden gegarandeerd. We zien de kosten voor personeel niet in loondienst (PNIL) dan ook structureel toenemen. Over de jaren heen is het gemiddelde naar bijna 9% gestegen.

Wat nu?
Hoewel de tariefsverhoging tot omzetgroei heeft geleid, blijft de financiële positie van veel GI’s kwetsbaar. Tegelijkertijd is er bij de meeste organisaties vooralsnog voldoende financiële ruimte voor investeringen en vernieuwing. Die ruimte biedt kansen om de organisatie te versterken en de zorgkwaliteit duurzaam te verbeteren.
Gemeenten en regio’s hebben nu de mogelijkheid om meer te doen dan alleen financieren. Door actief samen te werken, slim te contracteren en strategisch te investeren, kunnen zij bijdragen aan een stabielere sector en betere bescherming van kwetsbare jongeren.
Geïnteresseerd in de financiële positie van een specifieke GI? Laat het ons weten, we helpen graag!
De Aanbiedermonitor van A-INSIGHTS helpt met vroegtijdige signalering van financiele risico’s. Bijvoorbeeld, verschillende GIs geven aan dat financiële tekorten de afgelopen jaren zijn opgevangen door onttrekkingen uit het eigen vermogen. Dit heeft geleid tot een afname van het saldo liquide middelen. Dit is een zorgelijke ontwikkeling, aangezien een verdere afname van de financiële buffers de continuïteit van de dienstverlening op termijn onder druk kan zetten. Monitoring en vroegtijdige signalering van deze trend zijn essentieel om adequaat te kunnen sturen op duurzame financiële stabiliteit binnen de sector.